Uw apotheek in Tilburg

Bij Apotheek Heyhoef bieden wij u graag persoonlijke aandacht om u optimaal te ondersteunen bij het gebruik van geneesmiddelen. Stel uw vraag aan een van onze assistentes of maak een afspraak met de apotheker. Op onze website kunt u eenvoudig 24 uur per dag een herhaalrecept aanvragen. Daarnaast vindt u een uitgebreid aanbod aan informatie over geneesmiddelen, gezondheid en zelfzorg.

Heyhoefpromenade 2
5043 RM Tilburg

Tel: 013-5711920
Fax: 013-5711806
E-mail: infoapotheekheyhoef@ezorg.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

ibandroninezuur

Ibandroninezuur behoort tot de bisfosfonaten. Bisfosfonaten remmen de botafbraak en versterken de botten.

Artsen schrijven het voor bij uitzaaiingen in het bot door borstkanker en bij botontkalking (osteoporose).

Wat doet ibandroninezuur en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Ibandroninezuur wordt gebruikt bij borstkanker als er uitzaaiingen zijn in de botten (botmetastasen).

Deze uitzaaiingen in de botten tasten het botweefsel aan. Hierdoor kan er te veel calcium (kalk) in het bloed komen.

Verschijnselen
Door aantasting van het botweefsel ontstaat botpijn in de rug, ribben, nek of bekken. Ook kunnen de botten zomaar breken.
Het te veel aan calcium in het bloed zorgt voor ernstige uitdroging (dorst en veel plassen). Het is slecht voor de nieren.

Werking
Ibandroninezuur bindt zich aan het calcium in het bot. Hierdoor remt het de afbraak van het bot en komt er minder calcium in het bloed. U heeft dan minder botpijn en minder kans op botbreuken, afwijkingen in het bot of nierbeschadiging.
Ibandroninezuur bestaat in tabletten en als injectievloeistof. Als tabletten onvoldoende werken of niet gebruikt kunnen worden, zal uw arts de injectie adviseren.

Lees meer over kanker . “

Botontkalking

Er hoort een voortdurend evenwicht te zijn tussen aanmaak en afbraak van botten. Bij botontkalking (osteoporose) is de afbraak sterker dan de aanmaak, waardoor de botten brozer worden. Daardoor breken ze eerder en kunnen de wervels van de ruggengraat inzakken.

U merkt zelf meestal niet dat u botontkalking heeft. Uw arts kan met een botdichtheidsonderzoek bekijken hoe stevig uw botten zijn.

Oorzaken
Er zijn verschillende oorzaken voor botontkalking. De belangrijkste zijn:

  • ouder worden: vanaf ongeveer 45 jaar is de aanmaak van bot minder dan de afbraak. Dit is het geval bij zowel mannen als vrouwen, maar mannen hebben meestal sterkere botten dan vrouwen. Ze hebben hierdoor minder snel last van botontkalking;
  • de overgang bij vrouwen, doordat het lichaam vanaf de overgang minder oestrogenen aanmaakt. Oestrogenen zijn vrouwelijke geslachtshormonen die ook zorgen voor een evenwicht tussen de aanmaak en de afbraak van botweefsel. Hoe minder oestrogenen, hoe zwakker de botten;
  • verwijdering van de eierstokken bij vrouwen, aangezien de eierstokken oestrogenen aanmaken, die weer voor de botopbouw zorgen;
  • gebruik van veel bijnierschorshormonen (corticosteroïden), zoals prednison, gedurende langere tijd. Deze hebben botontkalking als bijwerking;
  • te weinig beweging. Beweging stimuleert de botopbouw;
  • te weinig vitamine D. Vitamine D zorgt dat de botten calcium (kalk) opnemen. Vitamine D wordt onder invloed van zonlicht in de huid gemaakt. Als u weinig in de buitenlucht komt of een donkere huid heeft, heeft u kans op een tekort aan vitamine D;
  • te weinig calcium (kalk) in het voedsel. Voldoende calcium krijgt u binnen met minimaal 4 zuivelconsumpties per dag, zoals een glas melk, een bakje yoghurt of een boterham met kaas;
  • sommige vormen van kanker en uitzaaiingen in het bot die de botafbraak stimuleren (zie hierboven bij ‘Kanker’).

Werking
Bisfosfonaten, zoals ibandroninezuur, binden zich aan het calcium (kalk) in het bot. Dit  remt  de afbraak van het bot. Als u het samen met voldoende calcium en vitamine D gebruikt, worden uw botten sterker. U merkt dit niet direct zelf op. Maar u heeft wel minder kans op botbreuken.

Artsen schrijven dit medicijn voor aan vrouwen na de overgang met botontkalking.

Lees meer over botontkalking . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals buikpijn, opkomend maagzuur, opgeblazen gevoel verstopping, diarree, buikkrampen, misselijkheid, braken, winderigheid.

    Zeer zelden maagdarmbloeding. Neem contact op met uw arts bij een zwarte ontlasting of braken van bloed.
    Deze bijwerkingen komen vooral voor aan het begin van de behandeling. Heeft u hier veel last van? Raadpleeg dan uw arts.

  • Geïrriteerde slokdarm.
    Heeft u een slikstoornis of een aandoening aan de slokdarm, zoals slokdarmstenose? Overleg dan met uw arts voor u dit medicijn gaat gebruiken.

    Deze bijwerking kunt u voorkomen door het medicijn in te nemen met een vol glas water (géén andere drank), terwijl u rechtop staat of zit. Blijf hierna nog 1 uur rechtop. Zo voorkomt u dat de tablet aan de wand van de slokdarm blijft kleven.
    Krijgt u pijn achter uw borstbeen of pijn bij slikken? Raadpleeg dan uw arts. Dit kan duiden op een beschadiging van uw slokdarm.

  • Grieperig gevoel, met verschijnselen zoals koorts, rillen en geen eetlust de eerste keer nadat u dit medicijn gebruikt.

    Raadpleeg uw arts als het na een paar dagen niet overgaat of als de klachten zeer ernstig zijn.

  • Pijn in botten, spieren en gewrichten.

    Heeft u hier veel last van? Neem dan contact op met uw arts.
    Zeer zelden, en alleen na meerdere jaren gebruik, scheurtjes in het bot van het dijbeen. Dit merkt u aan pijn in uw liesstreek, dijbeen of heup. Neem dan contact op met uw arts.

  • Hoofdpijn, vermoeidheid en een gevoel van zwakte.

  • Huiduitslag

     Dit kan komen door overgevoeligheid, maar dat hoeft niet. Overleg met uw arts bij huiduitslag.

  • Te weinig calcium (kalk) in het bloed. Dit kunt u merken aan braken, trillende handen, benauwdheid, hartkloppingen, spierkrampen en gevoelige handen, voeten, lippen en tong.

    Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Duizeligheid

    Heeft u hier veel last van, neem dan contact op met uw arts.

  • Tintelend of doof gevoel in handen of voeten.

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Oogontsteking. Raadpleeg uw arts als u wazig of slecht gaat zien en bij een pijnlijk of rood oog.

  • Smaakstoornis en droge mond.

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Pijn in de kaak of oor, oorontsteking of loopoor.

    Raadpleeg uw arts als dit niet overgaat. Het kan namelijk wijzen op een beschadiging van het kaakgewricht of het botweefsel rond het oor. De kans hierop neemt toe als u dit medicijn meerdere jaren gebruikt.
    Deze klachten kunnen eerder ontstaan na een tandheelkundige ingreep in de mond, zoals het trekken van tanden en kiezen. Overleg met uw arts als u een behandeling van tandarts of kaakchirurg nodig heeft.
    Verzorg uw gebit goed en laat uw gebit regelmatig door uw tandarts controleren.
    Waarschuw meteen uw (tand)arts als u last krijgt van uw mond of gebit, zoals loszittende tanden of kiezen en pijn of zwelling.

  • Bloedarmoede, u merkt dat onder andere aan een extreme vermoeidheid, een bleke huid en slijmvliezen.

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, jeuk, galbulten en rode vlekken.

    Neem bij deze verschijnselen contact op met uw arts.
    In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan een of meer van de volgende verschijnselen: blaren op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen, koorts, opgezwollen mond, tong, keel of gezicht, ademhalingsproblemen, flauwvallen. Stop bij een of meer van deze verschijnselen het gebruik en raadpleeg meteen een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.
    Als u overgevoelig blijkt te zijn, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Bij de injectie

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Pijn en ontsteking van het bloedvat op de plaats van de injectie. Waarschuw uw arts als de plaats rond de injectie pijnlijk, rood en gezwollen wordt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik ibandroninezuur gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Maagzuurbinders en andere medicijnen met calcium (kalk), magnesium of aluminium. Dit zijn Antagel, Rennies, Regla pH en vele andere medicijnen die zonder recept verkrijgbaar zijn. Deze medicijnen verminderen de opname van ibandroninezuur in het lichaam. Als u deze medicijnen echt nodig heeft: neem de maagzuurbinder minstens 2 uur na ibandroninezuur in.
  • IJzerbevattende medicijnen mét vertraagde afgifte (te herkennen aan ‘MGA’ of ‘retard’), zoals ferrosulfaat. IJzer vermindert de opname van ibandroninezuur in het lichaam. Dit effect houdt de hele dag aan.
    U mag op de dag dat u ibandroninezuur inneemt geen ijzerbevattend medicijn met vertraagde afgifte gebruiken.
    Gebruikt u ibandroninezuur eens in de maand? Overleg dan met uw arts of u op die dag het ijzerbevattende medicijn met vertraagde afgifte kunt overslaan.
    Gebruikt u ibandroninezuur dagelijks? Overleg dan met uw arts of een ijzerbevattend medicijn zónder vertraagde afgifte voor u mogelijk is.
    Een ijzerbevattend medicijn zónder vertraagde afgifte, zoals ferrofumaraat en ferrogluconaat kunt u veilig gebruiken. Neem hierbij het medicijn met ijzer ten minste 2 uur na ibandroninezuur.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de maag. Het kan de bijwerkingen op maag en slokdarm versterken. U kunt daardoor eerder last krijgen van uw maag. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate uit. U kunt dan zelf inschatten of u hier veel last van krijgt.

alles eten?
Voedingsmiddelen met calcium (kalk) of ijzer belemmeren de opname van ibandroninezuur in het lichaam. Omdat in veel voedingsmiddelen calcium of ijzer zit, mag u vanaf 6 uur vóór inname van de tablet niets eten of drinken.

  • Bij de tablet van 50 mg elke dag (Bondronat) mag u tot een half uur na inname niets eten of drinken.
  • Bij de tablet van 150 mg (Bonviva of merkloos Ibandroninezuur) mag u tot 1 uur na inname niets eten of drinken.

Als u in deze periode dorst heeft, kunt u het beste gewoon water drinken. Calcium zit namelijk niet alleen in melk, maar ook bijvoorbeeld in vruchtensap.

Bij botontkalking is het echter wel belangrijk op de andere tijden voldoende calcium en vitamine D te gebruiken. Dit helpt bij de botaanmaak.
Calcium zit vooral veel in zuivelproducten, zoals melk, yoghurt en kaas.
Vitamine D zit maar weinig in voedsel, een klein beetje wordt toegevoegd aan margarine. De meeste vitamine D maken mensen zelf in hun huid aan, onder invloed van zonlicht.
Soms schrijft de arts een calcium- en vitamine D-preparaat voor, als u te weinig calcium of vitamine D binnenkrijgt.

 

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Overleg met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. In theorie kan dit medicijn de hoeveelheid calcium bij de baby beïnvloeden. Het kan dan schadelijk zijn voor de botopbouw en ontwikkeling van de baby. Misschien kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven? Overleg dan met uw arts of apotheker. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt en of het slecht is voor de baby. Mogelijk kunt u kunstvoeding geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?

  • Injectie. Dit medicijn wordt toegediend door een arts of verpleegkundige.
  • Tablet. Neem de tablet in met een vol glas water, terwijl u rechtop staat of zit. Slik de tablet zonder kauwen door. Blijf na inname nog 1 uur rechtop zitten, staan of lopen. Zo voorkomt u dat de tablet aan de wand van de slokdarm blijft kleven en daardoor de slokdarm irriteert. Ga niet liggen als u net een tablet heeft ingenomen, maar blijf 1 uur na inname rechtop.

Wanneer?

  • Neem de tablet ’s ochtends in, direct na het opstaan, voor het ontbijt. Gebruikt u ibandroninezuur 50 mg elke dag (Bondronat), dan kunt u na een half uur ontbijten. Gebruikt u ibandroninezuur 150 mg elke maand (Bonviva of merkloos Ibandroninezuur), dan kunt u na 1 uur ontbijten.
    De tablet werkt niet als u hem samen met eten of drinken inneemt. Het wordt in combinatie met voedsel zeer slecht opgenomen. Op een volkomen lege maag komt er binnen 1 uur na inname voldoende van in uw bloed. Een volkomen lege maag heeft u als u 6 uur niet gegeten heeft.
  • Dit medicijn kan elke dag, elke 2 dagen, elke week of elke maand worden gebruikt. Dit hangt af van waarvoor u het gebruikt en welke sterkte uw arts voorschrijft.
    Als u een vast tijdstip kiest, heeft u minder kans dat u de tablet vergeet in te nemen.
    Als u dit medicijn eens per maand gebruikt, doe dat dan elke maand op dezelfde datum en noteer deze in uw agenda. Gebruikt u dit medicijn eens of een paar keer per week, doe dat dan op een vaste dagen in de week.
    Als u het elke dag slikt, kies dan een vast tijdstip.

Hoelang?

Hoelang u het moet gebruiken hangt af van de reden waarvoor u het krijgt.

  • Bij botontkalking: uw arts zal elke 5 jaar bepalen of het nog zinvol is de behandeling voort te zetten. Ibandroninezuur wordt meestal niet langer dan 5 jaar gebruikt.
    Drie jaar na stoppen zal uw arts kijken of dit medicijn opnieuw nodig is.
  • Bij kanker: de duur van het gebruik hangt af van hoe uw ziekte verloopt.